fbpx
/>

Sinds de hervorming van de vennootschapsbelasting, ingevoerd door de wet van 25 december 2017, zijn kleine vennootschappen (hierna KMO’s) verplicht een jaarlijkse minimumbezoldiging van € 45.000 toe te kennen aan hun bedrijfsleider voor zover ze willen genieten van het verlaagde tarief. Ingeval het belastbaar resultaat van de vennootschap minder dan € 45.000 bedraagt, moet deze bezoldiging minstens gelijk zijn aan dit belastbaar resultaat van de vennootschap.

Bij een onvoldoende bezoldiging zal de vennootschap enerzijds niet kunnen genieten van het verlaagde tarief inzake vennootschapsbelasting en zal zij anderzijds een bijkomende heffing (sanctie) van 5 % (evenwel aftrekbaar in de vennootschapsbelasting) verschuldigd zijn op het verschil in bezoldiging.

Echter werd deze tweede sanctie recent ingetrokken door de wetgever. Volgens de voorbereidende werken is deze heffing afgeschaft om ‘de ontwikkeling van de KMO’s, die het echte economische weefsel van België vormen, te ondersteunen’. Op dit ogenblik is er nog geen datum van inwerking vastgesteld.

Bijgevolg is het nog steeds aangewezen dat elke KMO de regel van de minimumbezoldiging in acht neemt om van het verlaagde tarief te kunnen blijven genieten. Desalniettemin zal er geen extra bijdrage verschuldigd indien deze regel niet wordt nageleefd.

Chloé Masse – Juriste bij Pareto