fbpx
/>

Hoe kunt u de valstrikken vermijden en de kansen van deze hervorming grijpen?

De nieuwe regels aangaande het huwelijksvermogensrecht zijn in werking getreden sinds 1 september 2018.
Hieronder worden volgende punten aangehaald:

1.  Kinderen uit een vorig huwelijk – Wet Valkeniers;

2. Samenloop tussen de langstlevende partner en andere erfgenamen dan de afstammelingen.

1. Kinderen uit een vorig huwelijk – Wet Valkeniers

Een “Valkeniers”-beding ingebracht in een huwelijkscontract stond tot 1 september 2018 toe dat de langstlevende partner van zijn erfenisrechten, daarin de reservataire rechten inbegrepen, werd “beroofd”, met uitzondering van het recht op het vruchtgebruik van de gezinswoning en de huisraad (dit is de concrete reserve – zie boven).
Nu is het met een “Valkeniers”-beding ook mogelijk dat de langstlevende echtgenoot geen aanspraak meer maakt op zijn reservataire rechten, zelfs niet het vruchtgebruik op de gezinswoning.
Dit principe wordt echter gemilderd omdat de langstlevende partner recht heeft om tot zes maanden na het overlijden van zijn of haar partner in de gezinswoning te verblijven. Tijdens deze periode bestaat dus nog het recht van bewoning van de gezinswoning met de daarin begrepen huisraad.
De andere voorwaarden van het “Valkeniers”-beding blijven onveranderd.

2. Samenloop tussen de langstlevende partner en andere erfgenamen dan de afstammelingen

  • Samenloop tussen broers, zussen en/of de ouders van de eerststervende echtgenoot
Voor de hervorming had de langstlevende echtgenoot, in geval van samenloop met de erfgenamen uit de 2e en 3e orde, zijnde de erfgenamen andere dan de afstammelingen, het recht het volgende te eisen:
  • de volle eigendom van het deel van de gemeenschap behorende aan de eerststervende echtgenoot (indien er een gemeenschap bestond tussen beide);
  • het vruchtgebruik van de eigen goederen van de overledene.
Anderszins, indien de partners getrouwd waren onder het stelsel van scheiding van goederen, verkreeg de langstlevende echtgenoot enkel het vruchtgebruik van de eigen goederen van de erflater.
Indien er vandaag samenloop ontstaat tussen broers en zussen (of afstammelingen van hen) en/of hun ascendenten, ingeval van een erfenis via de wettelijke devolutie, zal de echtgenoot het volgende erven:
  • De volle eigendom van het deel dat de eerststervende echtgenoot had in de gemeenschap (indien er een gemeenschap bestond) en de helft van het onverdeelde vermogen in geval van een onverdeeldheid tussen de echtgenoten;
  • Het vruchtgebruik van de eigen goederen van de erflater.
Indien de echtgenoten getrouwd waren onder het stelsel van scheiding van goederen, erft de langstlevende echtgenoot de volle eigendom van de onverdeelde goederen tussen de overleden echtgenoot en de langstlevende alsook het vruchtgebruik van de eigen goederen.
  • Samenloop met ooms, tantes of afstammelingen van hen
Vroeger had de partner hetzelfde erfrecht als wanneer hij in samenloop kwam met erfgenamen van de 2e en 3e orde (zie boven).
De hypothese dat de langstlevende echtgenoot in samenloop komt met andere afstammelingen zoals ooms, tantes of neven en nichten, is hetzelfde als de situatie waarin de erflater geen erfgenamen nalaat behalve de langstlevende echtgenoot. In die twee hypotheses verkrijgt de langstlevende echtgenoot vandaag de hele nalatenschap in volle eigendom.
Ooms, tantes of afstammelingen van hen verliezen dus hun aanspraak op de erfenis van de langstlevende echtgenoot in afwezigheid van afstammelingen.
Alice Compère
Juriste en fiscaliste bij Pareto NV